De bevestiging is binnen, het eerste avontuur voor 2017 ligt vast.
Samen met m’n fietsmaatje Pieter de Graaf hebben we ons ingeschreven voor de Radon Epic Enduro in Olargues in Frankrijk. Op 16 april staan we om vier uur ‘s ochtends aan de start van de zwaarste enduro wedstrijd ter wereld. Het doel is om na 110 km fietsen, 4.600 meter klimmen en afdalen weer in één stuk aan de finish te staan.
Voor wie niet bekend is met het ‘Enduro principe’ hier in hoofdlijnen de belangrijkste ingrediënten:
- Het klassement wordt opgemaakt aan de hand van een aantal ‘specials’. De proeven zijn altijd in de afdalingen en duren gemiddeld tussen de drie tot tien minuten. Verkennen van de proeven is streng verboden!
- Het hele parcours moet met de fiets worden afgelegd. De klimmen en de verbindingsroutes zijn onderdeel van het parcours maar mag je op eigen tempo rijden. De enige voorwaarde is dat je binnen een bepaald tijdsvenster binnen moet zijn. In deze wedstrijd zijn het drie lussen. Dus alleen als je op tijd binnen bent mag je aan de tweede cq. derde lus beginnen.
- Keuze van het soort fiets is vrij. Maar je begrijpt dat je met een downhill fiets de berg niet opkomt, en met een strandracer na de eerste special richting de EHBO kunt. Het ideale strijdwapen voor dit soort evenementen ligt dus ergens tussen deze twee uitersten. Buiten kijf staat dat de keuze van het juiste materiaal erg belangrijk is, maar daarover meer in een latere blog.
Voor het rijden van een enduro is het dus belangrijk om een allround mountainbiker te zijn. Met andere woorden; je moet van meerdere markten thuis zijn. Technisch zijn de specials uitdagend en daarvoor is een goede basistechniek onontbeerlijk. Je zult in de proeven geen roadgaps tegenkomen of sprongen van 10+ meter. Dat niet, maar vergis je niet. Omdat je de routes niet hebt kunnen verkennen moet je honderd procent op je hoede zijn en zoeken ze uiteraard de leukste en meest uitdagende paden op. Naast de technische vaardigheden moet ook de conditie in orde zijn. In ons geval 4.600 meter klimmen. Reken voor de vuist weg met gemiddeld 500 hoogtemeters/uur en de wiskundigen onder ons snappen dat je 9 uur en 12 minuten omhoog aan het peddelen bent. Juist, daar gaan we de komende wintermaanden de nodige trainingsuurtjes voor afwerken. Het derde element zit tussen de oren. Als een malloot van kiet gaan (is dat Tilbörgs?) is een garantie om de finish niet te halen. Verstandig rijden is het devies. Vloeiende lijnen, max. 90% van je talent gebruiken en de krachten goed verdelen.
Bovenstaande somt voor mij persoonlijk goed op waarom ik enduro’s zo leuk vindt. Het afgelopen jaar heb ik de nodige ervaring opgedaan met wedstrijdjes in België en Frankrijk en ik verwacht dit avontuur wel aan te kunnen. Pieter is mooie partner in crime. We kennen elkaar al een jaar of vijf via de trainingsgroep van MBC Midden Nederland. Eerst onder leiding van Max de Vries en nu worden we getraind door Koen van Valkenhoef. Superleuke trainingen waarbij de nadruk ligt op techniek. Op dat vlak zijn we goed aan elkaar gewaagd. Qua conditie ga ik het afleggen, vooral op de langere afstanden. Aan de andere kant hebben mijn jaarlijkse reizen met Vasa Sport ervoor gezorgd dat ik ook steeds makkelijker omhoog ben gaan rijden. Het zal er dus om spannen. Uitrijden staat voorop, maar ik denk dat het klassement ook nog wel eens interessant zou kunnen worden..
Wat we in ieder geval gemeen hebben is dat we de zaken serieus aanpakken. Volgende week staat een afspraak bij Lijf en Visie op het programma om te kijken naar de mogelijkheden om persoonlijke begeleiding te krijgen om te werken aan onze core stability, soepele spieren, balans en kracht. Ook dit is onderdeel van het concept van de allround mountainbiker.
Afgelopen week heb ik al twee keer in het donker op de cyclocrosser gezeten om m’n uurtjes te maken. De voorbereidingen zijn officieel begonnen!