Trans Savoie

Als je op reis bent ontstaat er vaak een jargon van uitspraken die meerdere keren per dag voorbij komen. Deze trip was daar geen uitzondering op. In dit verhaal doe ik aan de hand van de meest gehanteerde kreten verslag van een schitterende week biken in de Alpen.

The Mothership

De reis start voor Koen en mij op vrijdagmiddag met een etappe van ongeveer duizend kilometer in de richting van Morzine. De Volvo V70 van Koen is vakkundig volgeladen en we hebben een ETA van 22:00 uur. De Volvo wordt later in de week omgedoopt tot ‘the Mothership’ (een perfecte benaming aangezien de Volvo op naam van z’n moeder staat). Als ideale bijrijder zorg ik uiteraard dat we netjes om tien uur bij het hotel arriveren, ondanks wat files aan het begin van de reis. Een uur later komt ook Tom aangereden en onder het genot van een koud biertje bespreken we de plannen voor de komende dagen. Dat plan houdt in dat we de eerste vier dagen zoveel mogelijk bikeparks in de omgeving gaan rijden. Daarna pikken we op dinsdagavond Tjeerd op van het vliegveld in Genève, om vervolgens door te rijden naar Tignes waar we de rest van de week de tracks van de Enduro Savoie gaan rijden.

The Mothership volgeladen voor de terugweg

Beuken

De eerste dagen bestaan vooral uit liften en bikeparks. Als er één term gekozen moet worden om het motto van deze week te beschrijven dan is dat zonder twijfel ’beuken’. Op de vraag wat het plan is, wordt standaard geantwoord met: beuken. Daar bestaan ook nog verschillende gradaties van, zoals kneiterhard beuken, beuken kut en dingen kephot beuken. Omdat de jongens niet van treuzelen houden zitten we meestal om negen uur op de fiets en komen we pas terug als de liften niet meer lopen. Op de zesde dag zet Tjeerd het beukrecord, met meer dan 8.000 daalmeters op één dag. Beuken gaat wel vaak gepaard met de term ‘bijna dood’. Iedere misser of valpartij wordt vaak van commentaar voorzien om de mate van bijna dood te beschrijven.

Lijntje zoek om naar beneden te beuken zonder bijna dood te gaan.

Bon Appetiet

We bevinden ons in Frankrijk en derhalve heb je te maken met de inwoners van dit land. Na de ervaringen tijdens de Epic Enduro heb ik mijn vocabulaire aangepast van ‘bonsjoer!’ naar ‘bon appetiet!’. Op de meest vreemde momenten een fransman smakelijk eten wensen blijkt prima te werken om het ijs te breken. Dat smakelijk eten heeft helaas geen betrekking op het ontbijt in het hotel waar we verblijven. Het wordt gerund door een stel Britten en je begrijpt dat ontbijt bestaat uit worst, spek, eierpap, een ontploffende tomaat of bonen. Dit in tegenstelling tot de verse baguette en zelfgemaakte jam die je eigenlijk zou verwachten. Afgezien van het ontbijt is het verder een prima hotel en heeft het zelfs een pumptrack in de tuin! Dat is natuurlijk de voornaamste reden geweest om dit hotel te boeken.

Pumptrack in de tuin van het hotel.

Vijzen

Begin juli heb ik mijn nieuwe Ghost Pathriot opgehaald bij Vasa Sport. Na een dagje Winterberg, Malmedy en Spaarnwoude wordt dit de eerste echte duurtest. We beginnen dag 1 met een zwarte route en dat betekent vijf minuten lang naar beneden stuiteren over een veel te ruig pad. Ik denk bij mezelf, als dit de hele week zo gaat blijven dan heb ik hier weinig te zoeken. Gelukkig besluit Tom ook de rode en blauwe routes te rijden en die zijn beter geschikt als je het mij vraagt. Helemaal leuk zijn de paadjes die langs de routes liggen en meestal ontaarden in een (bijna) onmogelijke steile bostrail. Ondanks dit rauwe begin heeft de Pathriot de week prima doorstaan. De vering werkt fantastisch en vangt alles probleemloos op. Met een paar draaien aan de instelknoppen voor de demping maak je hem geschikt voor een bikepark met kombochten en jumps. Heb je een dag met vooral steile afdalingen dan is het een kwestie van 10 psi lucht erbij, de demping wat zachter zetten en je hebt een raket voor de downhills. Alleen de ‘Angleset’ (waarmee de balhoofdhoek is aan te passen) blijft een krakend geluid maken bij hard remmen. Die wordt binnenkort zeker vervangen.

Tom heeft helaas meer problemen gekend. Op de eerste dag breekt zijn achterbrug, maar gelukkig kan hij voorlopig de fiets van Tjeerd lenen. Na contact met Ghost is geregeld dat er een nieuwe achterbrug wordt opgestuurd naar het hotel waar we de vijfde/zesde dag verblijven. Helaas blijkt ook die niet te passen en houdt hij het na dag zes voor gezien. Naast het breken van zijn frame blijft het ook een vast ritueel om de ‘vijzen’ aan te draaien. Om een of andere reden hebben die dingen de neiging om vanzelf los te komen door al het gestuiter.

Op de fiets van Koen hebben vooral de remmen een kutleven. Ben je een remhendel, dan word je vakkundig onthoofd. Ben je een reservoir dan krijg je zo’n harde klap dat je gaat lekken. En ben je een remblok, dan word je in een pan met kokend water gedonderd om je grondig te wassen. Niks om blij van te worden.

Dan hebben we nog de overtreffende trap, Tjeerd genaamd. Hij weet op de laatste dag zijn chainstay in tweeën te breken. Dit is zelfs met pvc tape niet te repareren en helaas is het einde oefening voor hem.. Dan kunnen we het klassement nog compleet maken met wat kapotte kabels, een gebroken achteras en wat lekke banden. De middenstand komt de winter wel door dit jaar.

Bijna alles is te fixen met pvc tape..

Door de voordeur

Naast het pechklassement hebben we natuurlijk ook een valpartijen klassement. Het ongecontroleerd verlaten van je fiets via de voorzijde heet in ons jargon ‘door de voordeur’ (bron: dhr. Leon van V.). Dit klassement is door de week heen aardig opgelopen. Koen is de trotse winnaar met een score van vier, maar ik heb de voordeur het hardst ingetrapt. Het was zo’n situatie waarbij je al vijf seconde van tevoren weet dat je gaat crashen. Na een iets te vlotte drop-in bleek remmen geen effect meer te hebben. Ik kan nog net een boom ontwijken, bukken voor een tak, maar daarna volgt een drop van een meter en uiteindelijk de keuze om links of rechts te gaan. Ik schiet rechtdoor met als gevolg dat Koen twee wielen en mijn benen door de lucht ziet vliegen. Gelukkig blijft het bij wat lichte schaafplekken en een stijve nek.

Tjeerd komt op de laatste paar dagen aardig opzetten in het klassement. Ondanks protesten van zijn kant is de jury unaniem dat drie van zijn acties zijn aan te merken als valpartij. Hiermee scoort hij een verdienstelijke tweede plaats in het eindstand. Professor Lambrechts komt wonderbaarlijk niet in dit klassement voor. Zelfs op een huurfiets met niet meer dan 10 mm effectieve veerweg is hij niet op de grond te krijgen. Hij heeft wel het klassement van ‘safe of the week’ gewonnen met een onnavolgbare actie in een kombocht waarbij hij op volle snelheid ineens zijn voorwiel compleet dwars heeft staan zonder op zijn smoel te gaan.

Resultaat van een weekje beuken!

Steenlawines

Ik merk dat ik gedurende deze week steeds makkelijker en harder ga rijden. We zitten met z’n vieren qua niveau dicht bij elkaar, zodat we niet lang hoeven te wachten totdat we allemaal beneden staan. Ten opzichte van mijn hardtail (Ghost Asket) merk ik vooral veel verschil op de stroken waar de snelheid hoger ligt. Achter Tjeerd aanrijden is de beste manier om dat onder de knie te krijgen. Wat gaat die kerel als een raket naar beneden. Als je hem wilt volgen heb je overigens niet alleen de uitdaging om bij hem in de buurt te blijven. Je bevindt je ook in een soort steenlawine door alles wat hij lostrekt uit het pad. Het is niet normaal hoe groot de stenen zijn die je daarbij af en toe moet ontwijken. Dit tafereel is dan ook al snel omgedoopt in een ‘Tjeerdje’.

Het is ook mooi om te zien dat iedereen zijn eigen specialiteiten meeneemt. Tom rijdt net zo makkelijk voor-, als achteruit, Koen springt veruit het beste van ons en ik probeer af en toe te binken met een wheelie. Gecombineerd zouden we aardig in de buurt komen van de ideale enduro rijder.

Lekker aan de Affligem met Tom

Moustache

En dan de trails. Wat is dit een waanzinnig gebied om te fietsen. Rondom Morzine bestaat het aanbod vooral uit bikeparks en aangelegde routes. Met de trails van de enduro gaan we ook meer over natuurlijke paden die voornamelijk voor wandelaars zijn aangelegd. Daar moet dan wel voor geklommen worden want op deze plekken gaat geen lift omhoog.

Van de aangelegde routes is de ‘Moustache’ in Tignes zonder twijfel de meest heftige van de week. Hij heeft iets weg van de Red Bull Rampage. Het pad is supersmal, steil, en met serieuze afgronden aan beide kanten. Ik moet eerlijk bekennen dat ik niet alles heb gereden na een voordeurtje van Koen waarbij hij allebei zijn ellebogen weer eens ontdoet van het nodige behang. Op de laatste dag hebben we nogmaals rondom Tignes gefietst en toen zagen we vanuit de lift een paadje de berg afkomen die we móesten fietsen. Het is geen officiële route dus het is even zoeken voordat we de start gevonden hebben. De wind maakt het nog spannender en wat er vanuit de lift uitzag als een leuk trailtje, blijkt doodeng als je bovenaan klaarstaat voor de drop-in. Dit was echt supersteil en alleen Koen heeft hem volledig gereden. Omdat de trail geen naam heeft hebben we hem zelf ‘the Beard’ gedoopt.

The Moustache
The Beard

Juweeltjes

Qua natuurlijke trails is het hoogtepunt van de week letterlijk en figuurlijk de afdaling van de Aiguille Grève in Les Arcs. Dit paadje heeft Tjeerd gevonden op de gps en het loopt dwars over de top van deze berg. Omdat Koen en ik ook niet vies zijn van een stukje klimmen zijn we met de lift omhoog gegaan. Van daaruit is het met de fiets op de nek nog ruim 250 meter klimmen naar de top op 2.746 mtr. Een waanzinnig uitzicht en met knikkende knieën beginnen we aan de afdaling. Het eerste deel loopt langs een steile bergwand en daarna volgt een strook die is bezaaid met los puin en steengruis. De enige optie is om met je fiets al skiënd naar beneden te slalommen. Na dit gedeelte rijden we een heel stuk door weilanden voordat we de route weer terugvinden. Het pad vervolgt op een wandelroute die erbij ligt als een juweeltje. Zonder een voetje aan de grond rijden we alle bochtjes en spoortjes. Dit is zo mooi om te doen! Daarna nog een stukje shotterpad wat Koen en ik omdopen tot een motorcrossbaan door iedere bocht zo dwars mogelijk te driften. Als we drie kwartier later beneden staan zijn we unaniem dat dit de mooiste afdaling van de week was.

Op de top van de Aiguille Grève
Naar boven beuken..

Hierbij nog een overzicht van de mooiste trails die we gereden hebben:

Morzine:

  1. Pleney: met de lift omhoog, neem de blauwe of de rode route en steek na ongeveer één kilometer linksaf i.p.v. de route te volgen. Nu zit je midden in een bos en lopen er diverse hele steile technische paadjes het bos in.
  2. Lindarets; Onder de lift van de Lindarets liggen een rode en zwarte route die echt gaaf zijn. Heel natuurlijk en met een aantal secties die niet voor de poes zijn.
  3. Supermorzine; Als je met de Supermorzine omhoog gaat stap je daarna over in de volgende lift. Daar ligt een bikepark met een aantal leuke jumplijnen. De meeste mensen pakken vervolgens diezelfde lift weer omhoog, maar de mooiste trail ligt in het bos terug naar Morzine. Eén bordje met verboden te fietsen negeren en je komt op een heel mooi wortelpad dat ook in natte omstandigheden goed te rijden is. Steil maar zeker een aanrader.

Les Arcs:

  1. Vallandry: Bovenaan deze lift begint de blauwe route Woodstock, wat een hele leuke trail is. Maar echt gaaf is de zwarte route, de Elle Chablatte. Net aangelegd en dus nog niet fatsoenlijk ingereden maar daardoor juist extra gaaf om te rijden. De makkelijkste zwarte route die ik heb gereden maar zeker tof om overheen te beuken.

Tignes:

  1. Moustache: Deze zwarte route is supergaaf. De omgeving lijkt een beetje op de Red Bull Rampage. Supersmal en beter geen stuurfoutjes maken. Ik moeten bekennen dat ik niet alle secties gefietst heb, maar je moet hem sowieso een keer gezien hebben als je in dit gebied bent.
  2. Very Bike Trail: De naam klinkt als een slechte vertaling van Google Translate , maar de trail is echt leuk. Hij daalt traverserend langs een steile wand af naar Val d’Isere. Mooie natuurlijke route met een paar leuke pittige passages.